Bij de eerste slok lijkt het alsof je een hap rook hebt doorgeslikt. Je ogen tranen en er worden smaakpapillen wakker waarvan je niet wist dat je ze überhaupt had. Whisky, je kan het écht leren drinken en als je niet uitkijkt ga je het nog lekker vinden ook. En dan is het hek van de dam, want er valt zoveel te ontdekken bij het drinken van whisky.
Het begon bij mij met een grapje; “Ja, ik wil ook wel een keertje meedoen met die whiskyproeverij“. En dus zat ik op een avond met tien vrienden én tien flessen whisky om me heen te nippen aan en te praten over whisky, maar vooral zat ik te luisteren. Want hoewel ik me goed had ingelezen in het flesje dat ik zelf had meegebracht (Chivas Regal 12 yo) waren er tafelgasten die al wat langer bekend waren met whisky. Ik wist niet dat er zoveel te vertellen viel over graan, blend of single malt, vatrijping, bronwater én turf. Dat net als bij wijn de ligging van de distilleerderij zoveel invloed zou hebben op de smaak van de whisky, wie had dat gedacht.
Ik ben de afgelopen jaren steeds meer gaan proeven. Nadat de Chivas leeg was, maar eens een toegankelijke single malt aangeschaft, de Aberlour 10yo (waarvan ik nog steeds altijd standaard een flesje van heb staan). Daarna volgde meer flessen en proeven bij vrienden uit de kast werd een leuke hobby. Wat volgde was een leuke ontdekkingsreis langs proeverijen, sample setjes en slijterijen.
Inmiddels weet ik steeds beter wat ík lekker vind. Door veel te proeven is mijn smaak steeds meer ontwikkeld en ben ik ervan overtuigd dat die hap rook niet aan mij besteed is, ik laat de Islay whisky dus aan mij voorbij gaan. Sherry rijping en cask strength zijn meer naar mijn smaak. Waar anderen misschien alleen alcohol proeven, herken ik steeds vaker de vanille, karamel of vruchten in de afdronk. Laatst was ik er zelfs van overtuigd dat ik echt de cocos kon proeven.
Ik proef elke keer meer, door te blijven proeven.